Beste vrienden van de ANVR,

Ter gelegenheid van 20 jaar ‘Vrienden van de ANVR’ stuur ik jullie mijn traditionele eindejaarsbrief die ik jaarlijks naar vrienden en relaties stuur. Niet over corona, inflatie, energie perikelen, de Oekraïne oorlog, het vluchtelingenvraagstuk of kritiek op de politiek. Niet over de crisissen die welhaast ‘haasje-over’ springen maar gewoon over ons leven zelf in het warme jaar 2022 toen de mussen, die we steeds minder zien, van het dak afvielen.

Toen niemand bij ons thuis midden vijftiger jaren nog in Sinterklaas geloofde stond er op 5 december een, toen kon dat nog, ‘zwarte piet’ met een ‘zwart-wit’ televisie op de stoep. ‘Dat is toch beter dan dat jullie bij één van de buren naar de televisie gaan kijken’, zei mijn moeder toen zij uitlegde waarom wij als laatste in onze straat een televisie kregen. Zij zag liever dat wij een goed boek lazen dan aan de ‘kijkbuis’ gekluisterd zaten. Vergelijkbaar met een ‘iPhone of iPad-verbod’ voor onze kleinkinderen nu.

In die jaren was het songfestival één van de topics op televisie waarvoor heel Nederland thuisbleef, met als hoogtepunt Corry Brokken, die in 1957 met het liedje ‘Net als toen’ voor Nederland het songfestival won. ‘Net als toen’ kijken we nog steeds. Vooral ook om de promotiefilmpjes te zien die ieder land geraffineerd tussen de liedjes brengt. Zo werden we in 2021 geïnspireerd, bij de promotiefilmpjes voor Nederland bij het songfestival in Rotterdam, door de ‘Bolwoningen’ aan de straat met de passende naam ‘Bollenveld’ in Den Bosch Noord. Wij daarheen en we verwonderden ons hoe mensen kunnen leven in het ronde equivalent van de ‘Kubus woningen’ in Rotterdam die wel wereldberoemd zijn in tegenstelling tot die ‘Bossche-bollen’ woningen.

Dit jaar strooide Italië vanuit de songfestival locatie in Turijn de mooiste plekken van Italië over ons uit. ‘Daar wil ik nog wel eens heen’, ‘en daar’, ‘en ook daar’, zegt Angela. Zo kwam het dat wij een maand later besloten de Dolomieten, het Gardameer en Bergamo te bezoeken. We maakten er een ‘roadtrip’ van door Duitsland, Oostenrijk, Slovenië, Italië dus, Frankrijk, Zwitserland en weer door Frankrijk en Duitsland naar huis. Toen we na vijfduizend kilometer en tien dagen weer thuis waren zei Angela ‘Wanneer gaan we met vakantie?’

Voor mij was deze trip een ‘sentimental journey’ voor Angela een ‘ontdekkingsreis’.

We gaan nu niet vertellen, met de veel gebruikte superlatieven, over het feeërieke Salzburg, het juweel van Karinthië: de Millstättersee, het meer van Bled, het mooiste meer van Slovenië, de adembenemende schoonheid van de Dolomieten of het grootste meer van Italië, het schilderachtige diepblauwe Gardameer, omzoomt door cipressen, oleanders en citroenbomen. Hierover kan je alles lezen in de bekende reisboeken of ‘gewoon’ online. Wel onder meer over de flash-backs waar ik Angela in deelde terwijl wij weer de nodige kilometers onder de wielen hadden.

We hadden voor onze ‘roadtrip’ vooraf een mooie wandelroute door Salzburg uitgestippeld. ‘Laten we eerst iets drinken op het dakterras’, zo stelde ik voor nadat we in hotel Stein hadden ingecheckt. We zijn gaan zitten en niet meer opgestaan. De zorgvuldig uitgestippelde wandelroute lag aan onze voeten. Als twee vogeltjes volgden we de stroming van de Salzach, vlogen we over de vesting Hohensalzburg en de oude stad van Salzburg. Na landing dineerden we op dezelfde plek en werden we getrakteerd op de ondergaande avondzon en de verlichting op de oude stad en de vesting. Dat alles zonder een stap te verzetten. We zijn liever lui dan moe.

Langs de Weissensee, waar jaarlijks de alternatieve Elfstedentocht gereden wordt, verhaalde ik over de eerste alternatieve Elfstedentocht die ik in 1974 op het Mjøsameer in Noorwegen organiseerde met duizend deelnemers na een pagina grote advertentie met de tekst: ‘Na elf jaar wachten grijpt Neckermann in met de eerste alternatieve Elfstedentocht’. Zes kisten van Transavia waarvan één met de vaderlandse pers. Die Noren verklaarden ons voor gek. Schaatskampioene Atje Keulen-Deelstra was mee als onze gast en publiekstrekker. Toen we haar voor haar diensten een reis naar Bangkok aanboden reageerde zij met de onvergetelijke tekst ‘Wie moet er dan voor de koei’n zorg’n’.

Bij het meer van Bled kwamen de herinneringen boven aan een persreis door toen nog Joegoslavië. Na een bijzonder bezoek als een van de eerste buitenlanders aan het altijd ‘gesloten’ buitenverblijf van maarschalk Tito op het eiland Brioni, bezochten we Slovenië en het meer van Bled. ‘In het plaatselijke casino zat er kennelijk een engeltje op mijn schouder’ zo vertelde ik Angela, ‘want op welk nummer bij roulette ik ook speelde het was continue ‘raak’. Ik ben niet bijgelovig maar wellicht lag de oorzaak toch ergens in het gezegde ‘scherven brengen geluk’. Bij onze reis met een tiental journalisten bezochten we voormalig Joegoslavië van zuid naar noord. Overal waar wij door de toeristische autoriteiten ontvangen werden kregen we ten afscheid een bord of tegel met een tekst of plaatje van de betreffende bestemming. Voordat we van Ljubljana terugvlogen, kan ik je nu wel vertellen ruim veertig jaar na dato, eindigden deze bagage verzwarende borden aan scherven op een achtergelegen plek achter het casino van Bled. In Griekenland is dit, overigens een ondertussen verboden ritueel, naar zeggen om de geesten te verjagen.

Aan het Gardameer in Limone kukelde ons hotel ‘welhaast’ in het meer. We hadden een kamer aan de achterzijde omdat we toch wel het meer met het af-en-aan gaande scheepvaartverkeer vanaf het café restaurant konden overzien. ‘s Avonds toen we al in bed lagen werden we opgeschikt door geweerschoten. Na het tiende schot geschrokken uit bed gestapt en snel aangekleed. Voorzichtig om de hoek kijkend stelden we vast dat de ‘geweerschoten’ veroorzaakt werden door de echo van het speciale vuurwerk in verband met Pinksteren. Een prachtig cadeautje van de autoriteiten dat ons onverwachts uit de slaap gehaald had.

Bergamo, met de beneden en de bovenstad per funicolare, heeft dit keer iets triestst. Het was één van de eerste corona brandhaarden waarvan je je de beelden ongetwijfeld kunt herinneren. Dat is duidelijk te merken aan de mensen ook in de hotels en restaurants. Verdriet is omgezet in onverschilligheid en onvriendelijkheid. Je kan het ze eigenlijk niet kwalijk nemen. De vriendelijkste was het kamermeisje die ons de weg wees en ons zo veel flesjes water als we wensten meegaf. Dat was zo een twintig jaar geleden wel anders. ‘Toen ik daar tijdens ook een roadtrip met de jongens verbleef was het één en al gezelligheid’ zo vertelde ik Angela. ‘Nog een mooie herinnering’ schoot me te binnen. We kwamen gisteren in de buurt van het kleinste meer van Noord-Italië, het Lago d’Iseo, wereldberoemd van het project van de ‘inpak-kunstenaar’ Cristo, toen je in 2016 drie weken lang over ‘drijvende bruggen’ over het Lago d’Iseo kon wandelen. Op een eiland in het meer woonden twintig jaar geleden vrienden van ons. ‘Zullen we die eens met een bezoek verrassen’, stelde ik de jongens voor. ‘Ik heb geen adres maar het moet toch niet zo moeilijk zijn om ze op zo een klein eilandje te vinden’. Niets was minder waar. Aangekomen met een een soort pont-ferry in Monte Isola vroeg ik in mijn beste Italiaans in een restaurant naar een Hollands echtpaar. ‘Sconosciuto’ ‘Onbekend’ was de reactie. Na overal vragen en ook overal het antwoord kregen dat er beslist geen ‘Olandesi’ woonden was er iemand zo slim om ons er op te wijzen dat er verderop nog een soort dorpje was. En ‘eureka’ toen vonden we en verrasten we toch nog onze Hollandse vrienden in een gehucht op het zuidelijkste puntje van het eiland. Op de vraag hoe wij ze gevonden hadden hebben we toen maar gezwegen.

Wij hadden beiden nog nooit de Mont Blanc gezien dan van boven uit een vliegtuig. Een stop in Chamonix was daarom een must. Maar helaas, helaas, het regende en regende en het bleef maar regenen.

‘Dan gaan we toch gezellig ergens eten’. In een restaurant werden we geplaatst onder een schuin dakraam. En om zeven uur ‘s avonds ‘piepten’ er ineens zonnestralen door dat dakraam naar binnen. En daar werd die ineens onthuld. De piek van de Mont Blanc in de gele avondzon. Een geluksmoment. We hebben als kleine kinderen bij een eerste bioscoopfilm in verwondering urenlang naar het wisselend kleuren schouwspel van de Mont Blanc gekeken. Een mooi cadeau van de natuur dat niemand ons meer kan afnemen.

Met dit beeld nog vers op ons netvlies wensen we je nu al een mooi en inspirerend volgend jaar. Leef je leven, neem je verantwoordelijkheid, bekommer je om de natuur en het milieu en blijf gezond.

Met hartelijke groet en lieve groet van Angela,

René

Van Polanenpark 119
2241 SH Wassenaar
E: rene.klawer@drg.nl
M: René Klawer: 06 53 33 03 72